Regelmatig kijk ik nog in een oud kookschriftje waar ik al sinds het eind van de jaren zeventig recepten bewaarde. Hierin staan de ‘recepten van thuis’, door de jaren overgeleverd. Waarschijnlijk is het recept van de gebakken mosselen voortgekomen uit de betere restverwerking vroeger. Gebakken mosselen, of mossels zoals we in Zeeland zeggen, stond steevast op het menu de dag na gekookte mossels. Als we daar met zijn vijven te hard achterheen hadden gezeten was er de dag erna niet genoeg mossels om alle monden te vullen. Mijn vader, die de kok was thuis, heeft er toen een keer champignons bij gedaan. Een daverend succes en zo is het recept met de champignons in mijn oude kookboekje gekomen.
Ingrediënten:
500 gram mosselvlees
1 middelgrote ui
2 teentjes knoflook
250 gr champignons
2 of 3 takjes tijm
Zout en peper
peterselie
2 eetlepels fijn paneermeel
1/2 eetlepel bloem + 1/2 eetlepel aardappelmeel
Bereiden: (Circa 45 minuten)
Hak de ui in kleine blokjes, de knoflook zeer fijn en de champignons in schijfjes.
Ris de blaadjes van de tijm en hak de peterselie fijn
Meng de bloem goed door de aardappelzetmeel (je kunt i.p.v. bloem/zetmeel ook speciaal visbakmeel gebruiken).
Droog de mosselen met keukenpapier tot ze goed droog zijn en strooi vervolgens wat van het bloem/zetmeel mengsel erover. Flink schudden en zoveel bloem/zetmeel gebruiken dat de mosselen met een dun laagje zijn bedekt.
Doe wat bakboter of olie in een wok of koekenpan en bak hierin de ui glazig. Schep geregeld om, om aanbakken te voorkomen. Voeg na enkele minuten de knoflook toe. Wanneer de uien beginnen te bruinen voeg je de champignons toe en bak tot ook deze mooi lichtbruin zijn.
Voeg nu de tijmblaadjes, zout en peper toe. Laat nog even koken tot het meeste vocht uit de groente is verdampt. Doe dit baksel even in een schaaltje en zet het opzij.
Voeg wat nieuwe bakboter of olie in de wok/koekenpan en bak nu op hoog vuur de mosselen lichtbruin. Bak vooral niet te lang, anders worden de mosselen taai en hard. Na circa 3 minuten het champignon/ui baksel toevoegen en samen nog even goed doorwarmen.
Voeg de paneermeel (liefst zelf gemaakt van gedroogd oud brood) en de peterselie toe en schep nog een paar maal goed om.
Serveer met een schijfje citroen, stokbrood en wellicht wat goede knoflooksaus.
