Over deze stelling valt natuurlijk te twisten, maar persoonlijk sta ik hier volledig achter. Ik ga zelfs zover dat ik een boterham met koude pindasaus lekkerder vind dan een boterham met gewone pindakaas. Zeker als ik daarop nog een schijfje komkommer leg. Maar goed, deze simpele pindasaus kan gemakkelijk aan jouw persoonlijke smaak worden aangepast. Wanneer ik saté heb gemarineerd, gebruik ik het marinade water om de saus mee aan te lengen. Wil ik de satésaus voor een andere gelegenheid gebruiken dan kruid ik de saus en gebruik ik gewoon water. Ik geef beide recepten hieronder.
Ingrediënten met gebruik van satémarinade:
5 el pindakaas (al of niet met stukjes noot)
1 el tomatenpuree
1 el ketjap manis
2 tl sambal
1 teen knoflook geraspt
gezeefd water van de marinade
Ingrediënten zonder satémarinade:
5 el pindakaas (al of niet met stukjes noot)
1 el tomatenpuree
2 el ketjap manis
2 tl sambal
2 tenen knoflook geraspt
½ tl elk van djahé en djinten (gember- en komijnpoeder)
1 tl ketoembar (korianderpoeder)
scheutje azijn
water
Bereiding:
Voeg alle ingrediënten, behalve het water, samen in een steelpannetje en roer goed door. Plaats het pannetje op een zacht vuurtje en schenk beetje bij beetje het (marinade)water erbij tot de gewenste dikte. Blijf goed roeren en warm de saus door tot het kookpunt.
Indien je liever een wat minder pittige, romige pindasaus wilt kun je een gedeelte van het (marinade)water vervangen door melk.
Overgebleven pindasaus kan nog even in de koelkast bewaard worden en op een boterham of toastje worden gesmeerd. Dit wordt nog extra lekker met een schijfje komkommer en een likje hot ketchup.
