Het traditionele strooigoed dat al vanaf eind augustus in de Nederlandse winkels ligt kan hier in Portugal toch niet geheel ontbreken? Het is eigenlijk een heel eenvoudig recept, een kind kan de was doen. Ook trouwens heel leuk om ze te laten helpen bij het maken van dit spul. Ik heb al aardig wat bakplaten vol achter de rug om te komen tot een nootje dat inderdaad lijkt op die van vroeger. Niet erg hoor, zelfs de buren hielpen het op te maken.
Ingrediënten:
100 gr zelfrijzend bakmeel
60 gram lichtbruine suiker (mascavado)
40 gram boter op kamertemperatuur
1 el koekkruiden
snufje zout
1 ½ el melk
2 of 3 el stroop (bij gebrek aan keukenstroop heb ik Lyle’s Golden Syrup genomen)
2 el witte kristalsuiker voor de suiker-coating
Bereiden:
Meng in een grote kom de bloem met de bruine suiker, de koekkruiden, het zout en de boter. Verkruimel de boter in het meel tot een gelijkmatig gekleurd kruimeldeeg. Voeg nu de melk en de stroop toe. Voorzichtig met de stroop. Begin met 2 eetlepels en meng alles tot een mooie deegbal. Het deeg mag plakkerig zijn, maar moet nog wel samenhangen.
Leg de deegbal in folie verpakt een half uurtje in de koelkast. Verwarm de oven voor tot 170 °C. Bekleed een bakplaat met bakpapier.
Rol het deeg uit tot een lange sliert en neem hiervan kleine bolletjes ongeveer ter grootte van 1 cm. Draai het stukje tussen je handen zoals je soepballetjes maakt. Tot slot rol je elk balletje door de kristalsuiker en leg het vervolgens op de bakplaat.
Bak de kruidnootjes in 20 minuten gaar. Even laten afkoelen voor een heerlijk knapperig resultaat.
