De liefde van de man gaat… ach ja, ik weet het niet zo hoor, maar ik weet wel dat ik C te allen tijde wakker kan maken voor een krenten- of rozijnenbolletje. Die stonden nu dus hoog op het verlanglijstje. Ik ben eens gaan struinen op het net op zoek naar een goed recept. Dat was toch wel verrassend te noemen. Genoeg blogs met een recept voor krentenbollen, maar uiteindelijk waren het maar twee recepten voor traditionele krentenbollen. Het ene recept gebruikt melkpoeder en droge gist en het andere recept gebruikt droge gist, melk en 2 eieren. Nu ben ik een voorstander van verse gist. Ik ben gek op de smaak ervan en ik ben niet zo dol op pakjes en zakjes. Om dezelfde reden gebruik ik liever gewone melk dan melkpoeder. Reden genoeg om eens lekker te gaan experimenteren met hoeveelheden, werkvolgordes en rijs-tijden. Doordat ik hier ook nog een pot met boterzachte dadels had staan zijn het rozijn-dadelbroodjes geworden. Het resultaat was beter dan ik had verwacht. Ik heb nu een innig tevreden echtgenoot en een voorraad rozijnen-dadelbolletjes om ‘U’ tegen te zeggen.
Ingrediënten: (voor 24 mini broodjes of 12 normale bolletjes)
500 gr tarwebloem (typo 65)
70 gr lichtbruine basterdsuiker
300 ml lauwwarme melk (minder dan 30 °C)
40 gr verse gist
150 gr rozijnen
100 gr ontpitte dadels
60 gr boter
8 gr zout
2 eigelen
zeste van ½ citroen
zonnebloemolie en extra bloem voor je werkblad
Bereiden:
Kneden: 15 minuten (standmixer met deeghaak) of 25 minuten (handmatig)
Rijzen: 1 uur en 45 minuten
Bakken: 20 minuten
Zoals gewoonlijk beginnen we met het verwennen van mijn gist. Los 1 el van de suiker op in 1 dl van de lauwwarme melk. Met zoveel suiker hoeft er geen meel meer in het voordeegje. Verkruimel de gist en roer het door de melk tot het is opgelost. Zet dit kommetje even apart zodat het gist een feestje kan gaan vieren.
Doe de rozijnen in een kom. Kook wat water, genoeg om de vruchtjes net te bedekken en laat dit ook een minuut of 15 wellen. De dadels zijn vochtig genoeg van zichzelf en hoeven niet te wellen, maar worden wel in kleine stukjes gesneden.
Doe de bloem in een kom en zeef er de rest van de basterdsuiker boven, zodat er geen klontjes in het mengsel zijn. Ik gebruik lichtbruine basterd omdat witte basterdsuiker hier in Portugal niet bestaat en bovendien, al zou dat wel zo zijn, ik vind het leuk als mijn krentenbollen een beetje gelig zijn aan de binnenkant. Maak een kuiltje in het midden van de bloem en giet hierin je gist-voordeegje.
Zet de stand-mixer nu op stand 2 en giet er de rest van de melk bij. Laat dit rustig een minuut of 8 kneden.
Verwarm ondertussen de boter tot bijna vloeibaar. Rasp een halve – schoongeboende – citroen op een fijne rasp. Splits beide eieren. We gebruiken in het deeg alleen de dooiers. (Een deel van het eiwit kun je later gebruiken om de bolletjes mee in te kwasten voor ze de oven ingaan). Roer de boter, de zeste, het zout en de eidooiers door elkaar en voeg dit na 8 minuten toe aan het deeg. Laat het nu nog 8 minuten verder kneden tot het weer een homogeen deeg is.
Giet ondertussen de rozijnen af en droog ze goed met een schone theedoek. Je wilt geen extra vocht aan het deeg toevoegen. Neem een grote kom en smeer deze dun in met wat olie.
Smeer je werkblad in met wat zonnebloemolie en neem met geoliede handen de bal deeg uit de kom. Duw het deeg tot een lap. Doe de helft van het fruit op de lap maar hou de randen vrij. Vouw de rozijnen en dadels voorzichtig in het deeg. Herhaal dit vouwen nogmaals met de laatste rozijnen en dadels. Verdeel de vruchtjes goed door het deeg, maar probeer ze aan de binnenkant te houden. Vouw het deeg tot een bal en leg deze in de grote geoliede kom. Dek de kom af met een douchemuts of plasticfolie en zet hem weg op kamertemperatuur.
Eerste rijs: 1 uur
Ik hou ervan om na de eerste rijs mijn werkblad met wat bloem te bestuiven. Neem de deegbal uit de kom en sla er met een paar forse meppen de meeste lucht uit. Draai de bal om en om op je werkblad zodat hij zacht en glad wordt van de bloem. Verdeel de bal in 24 ongeveer gelijke stukjes. Vorm van deze brokken deeg mooie balletjes en laat ze even een minuut of 10 op adem komen. Ze hebben net een pak slaag gehad en moeten even bijkomen.
Bekleed ondertussen 2 bakplaten met wat bakpapier. Ik wil de bolletjes tijdens de tweede rijs bedekken met plastic. Ik gebruik hiervoor de zakjes die ik bij de groentekraam krijg. Ik scheur ze aan één lange kant en de korte kant open en dan passen ze precies over mijn bakblik.
We gaan de bolletjes nu op spanning brengen. Hoe beter je dit doet, hoe mooier de bolletjes in vorm blijven. Duw een stukje deeg plat op je werkblad en vouw de zijden naar binnen en over elkaar. Maak een soort naveltje aan de onderzijde van je bolletje en trek de bovenkant van het broodje een beetje strak. Zorg dat de rozijnen of krenten zoveel mogelijk aan de binnenkant van het broodje zitten. Ze zullen anders in de hete oven verbranden. Leg 12 bolletjes op elk bakblik een paar centimeter uit elkaar. Bedek ze met het plastic zakje en zet ze even weg bij kamertemperatuur.
De tweede rijs duurt 45 minuten. Nadat 15 minuten verstreken zijn ga je de oven voorverwarmen tot 220 °C. Zet na het voorverwarmen de hete lucht functionaliteit UIT als je die had gebruikt om voor te verwarmen. We gebruiken boven- en onderwarmte.
Klop een klein gedeelte van het eiwit los met een paar druppels water. Vlak voordat je het eerste van de twee bakblikken in de oven schuift kun je de bovenzijde van de rozijnenbolletjes even met een kwastje insmeren met wat eiwit, ze krijgen dan een mooie bruine bovenkant.
Schuif het bakblik in het midden van de oven en bak de bolletjes af in ongeveer 15 minuten. De broodjes zijn gaar bij een kerntemperatuur van 95 °C. Laat ze afkoelen op een rooster en bak het tweede bakblik af.
