Veenbes, een mooie Nederlandse naam, maar lang niet zo bekend als de Engelse naam, de cranberry. Het harde zure rode besje dat rond de kerst vaak in het schap van de supermarkt kan worden gevonden. Jammer dat het er niet vaker ligt, want ik ben er dol op. De frisse zoete smaak met de zurige ondertoon doet het goed bij wild, op een stukje kaas, maar ook in de yoghurt of met bijvoorbeeld peer en walnoten in een gebakje.
Veenbessen hebben van nature een hoog pectinegehalte, je kunt ze dus makkelijk tot een soort jam of compote koken. Ik bewaar de compote in een steriele glazen pot, maar dan toch maar wel in de koelkast, omdat er niet zoveel suiker aan wordt toegevoegd dat ik zeker ben van een lange conservering. Trouwens, zo lang staat het er niet, met zoveel mogelijkheden om het te eten.
Het eenvoudigste recept voor veenbessencompote is bessen, suiker met een beetje water opkoken. Hieronder deel ik mijn versie… ook erg lekker!
Ingrediënten:
250 gr veenbessen (arando in het Portugees)
150 gr kristalsuiker
1 tl citroen zeste
30 gr gekonfijte marmelade
sap van ½ citroen
2 el honing
1 tl kaneelpoeder
Bereiden: (circa 15 minuten)
Was de besjes en doe ze met alle overige ingrediënten in een steelpannetje met dikke bodem. Roer met een houten lepel alles goed door terwijl het pannetje op het vuur staat. Als de vloeistof gaat koken, zet dan het vuur laag en roer zo nu en dan nog even door. De besjes zullen openspringen en zacht worden. Na een minuut of 8 is de compote klaar en kan in de steriele potjes worden geschept.
