Wellicht de meest bekende soep uit Portugal is de ‘groene bouillon’. Deze soep is eigenlijk geen echte bouillon, maar een soep, omdat hij licht gebonden is. De soep zelf is zonder vlees, maar vaak worden er plakjes chouriço in of naast geserveerd. Caldo verde wordt gemaakt van flinterdun gesneden couve galega, een typische Portugese koolsoort. In Portugal kun je de kool als losse bladeren kopen of alvast voorgesneden voor de soep. Zo’n zak voorgesneden kool heet dan ook Caldo Verde. Woon je niet in Portugal en wil je toch deze soep eens maken, kijk dan of je een groene bladkool zoals boerenkool kunt krijgen. Liefst niet voorgesneden zodat je het flinterdun snijden zelf kunt doen. De snijwijze is zo dun, dat de gesneden kool lijkt op een bergje gras. Mede hierdoor kwam in Engeland ooit in het nieuws dat de Portugezen zo arm waren dat ze soep van gras maakten. Zo erg was het gelukkig ook weer niet.
Ingrediënten:
300 gr aardappelen
½ ui
1 teen knoflook
250 gr couve galega of boerenkool, zeer fijn gesneden
2 el olijfolie
zout
1 chouriço in dunne plakjes (weglaten bij vegetarisch of vegan dieet)
1 l water
Bereiden: (circa 1 uur)
Doe de aardappels met het zout, de ui en de knoflook in een pan met het water en kook de aardappels in circa 30 minuten gaar.
Haal het vel van de chouriço en snij de worst in dunne plakjes.
Pureer met een staafmixer de aardappelen met de ui en knoflook tot een gladde puree en voeg de zeer fijngesneden kool aan de soep toe. Laat deze nog een minuut of 15 zachtjes koken tot de kool gaar is.
Roer de olijfolie door de soep. Leg enkele plakjes chouriço op een bord en giet er de soep over. Serveer met een vers broodje.
