Eén van mijn guilty pleasures is champignonsoep uit een blik. Ja echt waar. Zo’n blik dat je openschroeft en waar de inhoud als een toren van Pisa schuin in de pan hangt. Dan nog een blik water erbij, opwarmen en klaar ben je. Waarom vind ik die nu zo lekker? Omdat het zo lekker dik romig is, zo mooi glad met de uitgesproken smaak van champignons.
In dit recept heb ik die smaak, gladheid en romigheid helemaal geëvenaard, ja zelfs overtroffen. Vandaag met uitgebakken spekjes, maar ook heel lekker zonder of met blokjes ham, die je dan pas op het laatst toevoegt.
Ingrediënten: (1 liter soep)
250 gr witte champignons
100 gr spek in heel kleine blokjes
1 sjalotje
35 gr boter
40 gr bloem
450 ml water
300 ml volle melk
1 tl tijm
1½ groentebouillon tablet
zout en witte peper
optioneel: enkele theelepels crème fraîche
Bereiden: (Circa 45 minuten)
o Borstel de champignons schoon en snij in plakjes;
o Zet de champignons in een pannetje met 1 theelepel van de boter op een heel zacht vuurtje;
o Smoor de champignons 10 minuten tot ze zacht zijn;
o Giet het champignon vocht af en vul dit aan tot 500 ml met water.
o Snipper het sjalotje heel fijn;
o Bak de spekjes op een heel zacht vuurtje uit tot krokant;
o Neem de spekjes uit het spekvet;
o Voeg de rest van de boter toe;
o Bak het fijngesnipperde sjalotje in de boter in 10 minuten glazig;
o Voeg dan de bloem toe en roer goed;
o Blus af met het water en klop tot een gladde saus;
o Gebruik de staafmixer om de saus helemaal glad te krijgen;
o Verdun met de melk tot de soep de juiste dikte heeft;
o Voeg de groentebouillontabletten toe;
o Roer er de champignons, de spekjes en de tijm door;
o Laat de soep nog 10 minuten zachtjes doorkoken.
o Breng op smaak met zout en peper;
o Serveer met een kloddertje crème fraîche in elke kom voor een extra romig accent.
