Toen ik een jaar of 4 was kreeg ik van vrienden van mijn ouders een popje. Mijn moeder was verrast omdat het, ook in die tijd al, een duur poppetje was. Het was zeker niet mijn favoriet want het had geen ‘echt’ haar, geen slaapogen en het hoofdje zat muurvast op de romp. Toch heeft dit popje altijd deel uitgemaakt van mijn poppenverzameling en heeft ze daarna als enige alle verhuizingen overleefd. Naakt, dat wel, want haar kleertjes zijn in de loop van de tijd zoek geraakt. Nu bijna 60 jaar later wilde ik er een jurkje voor maken dat past bij haar lijfje en past in de tijd waaruit ze stamt. Een patroontje hiervoor heb ik niet kunnen vinden, en al helemaal geen gratis patroontje. Ik heb het patroontje dus zelf getekend en zal het nu delen met andere ‘poppenmoeders’ op leeftijd.
Nodig:
Lapje stof van circa 30 x 65 cm;
15 cm dun elastisch koord;
2 drukkertjes;
65 cm kant, sier- of broderieband
Werkwijze:
Download het pdf bestand.
Bij het afdrukken moet je de printer zo instellen dat de tekening op 100% wordt geschaald.
Controleer of de liniaal op de tekening net zo groot is als je eigen meetlint.
Knip de patroondelen uit.
belangrijk: de rok staat niet volledig op het patroonpapier. De rok is een strook van 60 x 10 cm.
Legenda voor de patroondelen:
A Voorpand – leg middenvoor tegen de stofvouw
B Achterpand – de ronde tekens zijn drukkertjes. Deze komen op de overslag.
C Beleg voorpand – leg dit tegen de stofvouw – kan eventueel verstevigd worden met plakvlieseline.
D Beleg achterpand – kan eventueel verstevigd worden met plakvlieseline.
E Mouw – geef de onderzijde van de mouw een naadtoeslag van 1 cm.
F Rok – strook van 60 x 10 cm.
Knip alle patroondelen uit de stof met een naadtoeslag van ongeveer ½ cm.
Panden:
Naai de schoudernaden van de delen A en B aan elkaar en pers de naden open.
optioneel: strijk de versteviging tegen de verkeerde kant van de belegstukken C en D
Naai de schoudernaden van de delen C en D aan elkaar en pers de naden open.
Speld de belegdelen C en D aan de panden A en B met de goede kanten op elkaar.
Stik het beleg langs de halsranden.
Geef knipjes in de naadtoeslag tot het stiksel en vouw het beleg naar binnen. Pers de rand.
Stik een stukje kant achter de halsrand van het voorpand.
Stik nu de zijnaden van de delen A en B.
Vouw het beleg van het achterpand (B) op de eerste vouwlijn naar binnen. Er ontstaat een overslag van ongeveer 1 cm.
Mouwen:
Vouw de naadtoeslag aan de onderzijde van de mouw naar binnen en stik deze. Zo ontstaat een tunnel voor het elastische koord.
Rijg de bovenzijde van de mouw tussen de tekens zodat dit deel gerimpeld aan de panden kan worden gezet.
Trek het elastisch koord aan zodat het min of meer strak rond de bovenarm zal zitten. Sluit de zijnaad van de mouw en stik hiermee het elastiek vast.
Zet de mouwtjes (met de hand) vast in de panden van voor en achterpand. Dit is wat gepriegel. Trek de rijgdraad zo ver aan dat de mouw in het armsgat past. Speld de tekens (min of meer nauwkeurig) op elkaar. Het komt niet echt heel nauw.
Rok:
Zoom de onderzijde van de rok en stik hier een randje kant langs. Rijg de bovenzijde van de rok zodat hij gerimpeld aan het lijfje kan worden gezet.
Speld de rok aan het bovenlijfje. Hou de naad hierbij aan de achterzijde.
Stik de rok aan het lijfje en hou hier de naadtoeslag vrij. (Stik dus de eerste en de laatste ½ cm niet. De naadtoeslag valt samen met de overslag van het achterpand.)
Sluit de achternaad, maar laat hier de bovenste 3 cm open.
Pers de naad open en pers hierbij de toeslagen van het open gedeelte naar binnen.
Sluiting:
Naai 2 drukkertjes op de aangegeven plaatsen op de toeslag van het achterpand.
