Eigenlijk is de benaming fout. Het gaat hier natuurlijk niet om kruiden maar om specerijen. Peterselie, tijm en oregano zijn kruiden. Peper, nootmuskaat en kaneel zijn specerijen. Van oudsher waren specerijen duur en dus waren speculaasjes en kruidkoeken van oorsprong alleen beschikbaar in de salons van de rijke burgers. Reeds in de 17de eeuw hadden bakkers hun eigen recept voor hun speculaas. De recepten werden angstvallig geheimgehouden. Ook tegenwoordig kun je naar hartenlust variëren en je eigen mengsel maken. In dit recept geef ik mijn ‘geheim’ prijs.
Ingrediënten:
10 tl kaneel
1 tl kardemompoeder
4 tl gemberpoeder (djahé)
1 ½ tl kruidnagelpoeder
1 ½ tl nootmuskaatpoeder
1 tl witte peper
1 tl korianderzaad
1 steranijs
Bereiding:
Neem indien mogelijk alle ingrediënten in poedervorm. Zelf vind ik het ook lekker om hele kruidnagel, kardemom, peper, korianderzaad en anijs te gebruiken. Ik rooster ze kort in een droge koekenpan om de aroma’s nog meer te laten uitkomen. Vervolgens gebruik ik een oude koffiemolen om die ingrediënten te malen, vermengd met de poeders.
Varianties.
Wanneer je de kruiden voor bijvoorbeeld taaitaai gaat gebruiken kun je gerust meer anijs nemen.
Kardemom is tamelijk sterk. Als je meer kardemom wilt gebruiken begin dan met 1 theelepel test een baksel van bijvoorbeeld kruidnootjes en voeg daarna meer toe als je durft.
Witte peper maakt het mengsel scherp. Nog scherper wordt het met zwarte peper, maar ik denk niet dat kinderen die keuze in dank zullen aanvaarden. Wel lekker als je een kruidkoek met gember voor volwassenen maakt.
