Wij zijn stamppotten mensen! Heerlijk romig comfort food. In Nederland kun je me altijd verleiden met een stamppot rauwe andijvie en manlief mag er graag een boerenkool stamppotje verorberen. Hier in Portugal is dat ineens een beetje een ander verhaal. Wat hier ‘endive’ heet, heet bij ons witlof. Andijvie is niet of nauwelijks te koop, wel een soort krulsla, die er hetzelfde uitziet, maar toch meer sla dan andijvie is. Boerenkool is een beetje hetzelfde verhaal. Zoals wij die kennen, zo hebben ze het hier niet. Wel hebben ze ‘couve Portuguesa’ en ‘couve Galega’ (Portugese kool en kool uit Galicië). Van die laatste maken ze ook de beroemde soep Caldo Verde.Je koopt de ‘couve Portuguesa’ meestal als krop en ‘couve Galega’ als losse bladeren. Vandaag hebben we de couve Portuguesa gebruikt in de stamppot en het resultaat was boven alle verwachtingen. Qua smaak en textuur een beetje tussen boerenkool en andijvie stamppot in. Mij hoor je niet meer deze winter!
Ingrediënten:
4 bladen Couve Portuguesa
3 bloemig kokende aardappelen (neem aardappelen ‘para fritar’)
2 teentjes knoflook
½ gesnipperde ui
scheut melk
klontje boter of olijfolie
Bereiden: (circa 30 minuten)
Was de bladen van de kool goed en snij er de harde dikke nerven uit. Verwijder ook de slechte stukjes uit het blad. Rol de bladeren op en snij in heel dunne reepjes. Kook ze snel met aanhangend water in een pan tot ze iets is geslonken. Neem de kool uit de pan en hou het even apart.
Was en schil de aardappelen en snij ze in stukken. Kook de aardappelen met wat zout, de knoflook in de pan met water en een scheut melk, in ongeveer 10 tot 15 minuten, tot ze gaar zijn.
Smelt in een wok of hapjespan de boter en fruit hierin het uitje aan. Voeg daarna de kool toe en wok tot deze zacht geworden is. Dit duurt ook ongeveer 10 tot 15 minuten.
Schenk de aardappelen af en bewaar wat van het kookvocht. Stamp de aardappelen met de knoflook fijn met een stamper. Gebruik beslist geen staafmixer, dan krijg je stijfselpap. Voeg wat kookvocht toe en voeg ook de kool toe. Roer goed door en maak op smaak af met zout en peper. Natuurlijk roer je er ook nog een klontje boter door.
