Nu heb ik al heel wat potjes jam en chutneys langs zien komen, maar een jam van tomaten daar kon ik me niets bij voorstellen. Toch vertelde mijn lief dat zijn tante ieder jaar triomfantelijk potten vol van deze zoete lekkernij bij zijn moeder op de keukentafel plaatste. En inderdaad het blijkt een zeer bekende oude Portugese lekkernij te zijn. Een typisch gevalletje van thuisgemaakt, want in de winkel heb ik dit nog niet kunnen ontdekken. Waar het naar smaakt? Zoet, beetje kruidig door de kaneel en met een heel milde tomatensmaak. Nou ja, weer eens iets anders om te doen met een overschot van rijpe tomaten.
Ingrediënten:
1 kg stevige tomaten
600 gr (riet)suiker
1 kaneelstokje
(3 kruidnagels voor een kruidige variant)
Bereiden: (circa 2½ uur)
Breng een flinke pan met ruim water aan de kook. Snij de tomaten kruiselings in aan de gladde onderkant. Leg de tomaten in het kokende water voor een paar minuten tot de velletjes los gaan laten.
Pel de tomaten onder stromend koud water en verwijder het groene hartje. Snij de tomaten in kwarten en verwijder zoveel mogelijk zaadjes en zachte prut. Laat ze uitlekken in een vergiet.
Doe de schoongemaakte tomatenstukken in een pan en giet er de suiker bij met het kaneelstokje (en eventueel de kruidnagels). Roer de suiker door de tomaten en laat een kwartiertje rusten. Door de suiker zal er meer vocht uit de tomaten trekken.
Kook de tomaten met de suiker op een matig vuur gedurende een uur. Roer regelmatig om te voorkomen dat de tomaten aanbakken. Na een uur kun je de kaneel (en de kruidnagelen) uit de confituur halen. De prut is nog heel dun. Laat de confituur nog zeker een uur op een heel zacht vuurtje pruttelen met de deksel half op de pan. Blijf regelmatig roeren.
Na 2 uur moet het vocht wat dikker zijn geworden. Als je een lepeltje van de jam op een schotel legt en er met de achterkant van een houten lepel een streep door trekt, moet het ‘paadje’ schoon blijven. Dan is de jam klaar. Bewaar in gesteriliseerde potten.