
Een vegetarische versie met heel veel groenten. De bamboescheuten kun je vervangen door taugé. Als je geen palmsuiker hebt kun je natuurlijk ook wat bruine (riet)suiker gebruiken. De geroosterde sesamzaadjes geven het net dat beetje extra. Heb je die niet, probeer het dan eens met geroosterde uitjes, ook heel lekker.
Ingrediënten:
1 kleine paksoi
2 wortels
2 el bamboescheuten
½ rode paprika
10 cm prei
2 teentjes knoflook
5 cm gemberwortel
3 el sesamolie
½ liter groentebouillon
2 el ketjap manis
1 tl palmsuiker
½ tl ketoembar (korianderpoeder)
snufje djinten (komijn)
2 eieren
1 dessertlepel sesamzaadjes
85 gr noedels
Bereiden: (Circa 20 minuten)
o Snij de paksoi in repen;
o Rasp de wortels op een grove rasp;
o Pel de knoflook en rasp hem fijn;
o Rasp de gemberwortel;
o Snij de paprika in blokjes;
o Snij de prei in dunne ringen;
o Rooster de sesamzaadjes in een droge koekenpan;
o Kook de eieren hard.
o Verhit de olie in een wok;
o Bak de knoflook met de gember;
o Voeg de paprika, prei en wortel toe;
o Als de groente zacht worden voeg dan de paksoi toe;
o Bak tot de paksoi gaat slinken;
o Voeg de ketjap, de kruiden en de suiker toe;
o Bak tot de geuren goed loskomen;
o Voeg de bouillon toe;
o Voeg dan de noedels toe en kook deze gaar volgens de gebruiksaanwijzing;
o Voeg op het laatst de bamboescheuten toe.
o Serveer met geroosterde sesamzaadjes en de hardgekookte eieren.